Niet elke koelkast draait volgens hetzelfde patroon. Houd er rekening mee dat grotere apparaten langere tijd moeten draaien. Als je denkt dat je apparaat te vaak of te lang draait, controleer dan of je het probleem op een van de volgende manieren kunt oplossen.
Controleer de omgevingstemperatuur
Als de kamertemperatuur te hoog is, moet de koelkast mogelijk langer draaien. Zorg dat de koelkast zich niet in de buurt van een warmtebron bevindt, zoals een radiator, een kookplaat of de oven. Verplaats het apparaat als dit het geval is.
Open de deur van de vriezer niet te vaak en houd deze niet te lang open
Om de binnentemperatuur stabiel te houden, mogen de deuren van het apparaat niet te vaak worden geopend of te lang open worden gehouden. Zorg dat de deur goed kan worden gesloten en dat etenswaren en andere zaken niet verhinderen dat de deur dichtgaat.
Apparaat dat onlangs is geïnstalleerd of bijgevuld
Als het apparaat onlangs is bijgevuld of geïnstalleerd, duurt het langer voordat het apparaat de ideale temperatuur bereikt. Dit is normaal.
Plaats geen warm voedsel in het apparaat
Het duurt langer om de binnentemperatuur van de koelkast te stabiliseren wanneer deze met warme etenswaren is gevuld. Wacht tot het eten is afgekoeld voordat je het in het apparaat plaatst.
Controleer de afdichtingen van de deur op spleten, barsten en scheuren
De koude lucht binnen in het apparaat moet goed geïsoleerd zijn van de buitentemperatuur. Controleer of er spleten tussen de rubberen afdichtingen en de kast zitten. In geval van een of meerdere spleten, vervorm je de rubberen afdichting door deze voorzichtig met je vingers van de deur af te trekken.
Als de deuren niet goed worden afgedicht, kun je ook proberen de rubberen afdichting schoon te maken met een zachte doek of spons en warm water. Gebruik geen schuurmiddelen. Hierdoor kunnen de afdichtingen beschadigd raken. Als een afdichting los zit of gebarsten is, moet deze worden gerepareerd of volledig worden vervangen. Als je denkt dat dit het geval is, neem dan contact op met een erkend servicebedrijf.
Controleer de temperatuurinstelling
De koelkast is mogelijk ingesteld op een lagere temperatuur dan vereist. De aanbevolen koelkasttemperatuur is 4 °C of 5 °C voor de koelkast en ongeveer -18 °C voor het vriesvak. Controleer de instelling en pas deze zo nodig aan.
Controleer op ijsafzetting
Controleer of er zich een laag ijs in het vriesvak heeft gevormd. Als er een ijslaag zichtbaar is op de binnenwanden, maakt je apparaat mogelijk overuren om de ideale temperatuur te bereiken of te behouden. Als dit het geval is, moet je het vriesvak handmatig ontdooien.
Raadpleeg de gebruikershandleiding voor meer informatie over het ontdooien van het vriesvak. Je kunt de handleiding ook hier downloaden. Gebruik het modelnummer van jouw product.
Beko koel-vriescombinaties met een NoFrost functie als 3 Zone NoFrost of NeoFrost™ Dual Cooling voorkomen dat er ijsafzetting ontstaat. Zo hoef je het apparaat niet handmatig te ontdooien. Houd er rekening mee dat het apparaat mogelijk langer werkt wanneer de automatische ontdooifunctie wordt gebruikt.
Controleer of Fast Freeze is ingeschakeld
Met de Fast Freeze functie van de Beko koel-vriescombinatie kun je etenswaren sneller laten bevriezen en sneller ijsblokjes maken. Het is normaal dat de koelkast langer draait wanneer Fast Freeze is geactiveerd. Als je de functie niet handmatig uitschakelt, wordt Fast Freeze na acht uur automatisch uitgeschakeld of zodra het vriesvak de juiste temperatuur heeft bereikt.