Uw vaatwasmachine scheelt u natuurlijk veel werk, maar presteert alleen optimaal als u ze op de juiste manier vult. Te veel of onjuist geplaatste vaat kan de reinigingsprestaties aanzienlijk verminderen. In deze gids leggen we daarom uit hoe u de vaatwasmachine moet vullen.

Voordat u begint

Het is een veelvoorkomend misverstand dat u vaat en bestek grondig moet voorspoelen voordat u ze in de vaatwasmachine zet. Vanwege dit misverstand denken sommige mensen dat ze hun servies net zo goed met de hand kunnen wassen. 

Vaatwasmachines verbruiken niet alleen minder water en energie dan afwassen met de hand, maar de vaat hoeft ook echt niet sprankelend schoon te zijn voordat u deze in de vaatwasmachine doet. U hoeft alleen maar de voedselresten weg te schrapen. Het toestel zorgt voor de rest.

Kijk altijd even in de vaatwasmachine voordat u deze vult om er zeker van te zijn dat er tijdens de vorige cyclus geen vaat onderin is gevallen.

Wat u wel en niet moet doen

Sommige mensen noemen het een kunst. Maar er zijn twee basisregels voor het correct vullen van een vaatwasmachine. 

1. Plaats alles naar het midden gericht

2. Zorg dat voorwerpen elkaar niet aanraken (voor zover dat mogelijk is) 

We zouden als derde regel kunnen toevoegen dat de vaatwasmachine niet te vol mag zijn, maar dat blijkt eigenlijk al uit regel twee. Als u deze twee eenvoudige vuistregels aanhoudt, wordt elk voorwerp in de vaatwasmachine blootgesteld aan even veel water en is het oppervlak van elk voorwerp naar de waterstraal gericht.

Het bovenste rek vullen

Het bovenste rek is geschikt voor bekers, mokken, glazen en kleine schalen. Plaats deze voorwerpen ondersteboven langs weerszijden van het rek zodat het water binnenin kan komen. 

In het bovenste rek zitten vaak tanden (lange, dunne pinnen om spullen op hun plek te houden) voor kleine schalen. Plaats schalen in de voorste helft van het rek naar achteren gericht en de schalen in de achterste helft naar voren gericht. Zo wordt de binnenkant van de schalen blootgesteld aan de waterstroom.

Zorg dat elk oppervlak kan worden bereikt door de sproeiarmen. Alles moet comfortabel in het rek zitten, niet zo los dat het kan bewegen en niet zo strak dat het kan breken of barsten.

U kunt kleine of middelgrote schalen en pannen ook op het bovenste rek plaatsen, maar zorg er natuurlijk voor dat deze naar beneden zijn gericht. Mogelijk bevat het bovenrek een rekje voor keukengerei dat vanaf de zijkant naar beneden kan worden geklapt. Leg hier spatels, opscheplepels en ander lang keukengerei in en zorg dat de oppervlakken omlaag zijn gericht. Als uw vaatwasmachine dit rek niet heeft, plaatst u dergelijk keukengerei tussen de rijen bekers of glazen op het bovenste rek. Vergeet niet dat u houten keukengerei en goede keukenmessen nooit in de vaatwasmachine mag wassen.

De bestekmand gebruiken

Houd rekening met het volgende als u de bestekmand vult. Ten eerste moet u weten dat roestvrij staal en zilver op elkaar kunnen reageren in de vaatwasmachine en schade kunnen veroorzaken aan het zilver. Plaats ze dus aan tegenovergestelde uiteinden van de bestekmand. 

Plaats dezelfde typen bestek niet bij elkaar, maar plaats alles door elkaar! Dezelfde soorten bestek hebben de neiging om zich tegen elkaar aan te nestelen, vooral lepels. En dan kan het water niet bij alle oppervlakken van deze voorwerpen komen. 

U kunt dit voorkomen met de sleuven in de deksels die over de meeste bestekmanden kunnen worden gevouwen. Het nadeel hiervan is dat het langer duurt om uw bestekmand te vullen en te legen. 

En tot slot: plaats messen met de snijkant naar beneden. Uit veiligheidsoverwegingen plaatst u messen met het lemmet naar beneden gericht en de handgrepen naar boven. 

Flexibele rekken

Moderne vaatwasmachines hebben verschillende extra rekken en flexibele oplossingen. Een derde schuifrek voor bestek wordt steeds populairder omdat er zo ruimte vrijkomt in het onderste rek. En technologieën zoals FlexiDrawer™ geven u nog meer flexibiliteit bij het vullen van uw vaatwasmachine.

Het onderste rek vullen

Hier plaatst u de grotere borden en kommen, evenals grotere potten en pannen. Vaak vult u de vaatwasmachine natuurlijk met een combinatie hiervan. Borden en schalen moeten naar het midden van de vaatwasmachine zijn gericht, zodat ze goed worden blootgesteld aan de sproeiarmen. Met behulp van de tanden op het onderste rek kunt u ze correct plaatsen. 

Als het onderste rek vouwtanden heeft, kunt u deze gebruiken om ruimte te maken voor lastige voorwerpen, zoals grote potten en pannen. Zorg er weer voor dat de binnenkant wordt blootgesteld aan de sproeiarm. 

Plaats grote, platte voorwerpen, zoals snijplanken of serveerschalen, ten slotte langs de zijkant van het rek, zodat ze niet in de weg zitten van de sproeiarmen.

U hebt uw vaatwasmachine nu op de juiste manier gevuld, dus voeg het vaatwasmiddel toe, selecteer het programma en ga iets leuks doen terwijl het toestel de afwas doet.