Er kunnen verschillende redenen zijn waarom uw vaatwasmachine tegenvallende prestaties levert. Controleer of u het probleem op een van de volgende manieren kunt oplossen.

Controleer of de openingen in de sproeiarmen vuil of verstopt zijn

De sproeiarmen van uw vaatwasmachine hebben gaten waardoor water in de vaatwasmachine wordt gespoten. Als deze openingen verstopt zijn, komt er mogelijk niet voldoende water in het toestel terecht. In dat geval kan het vaatwasmiddel in de dispenser niet volledig worden opgelost en wordt de vaat niet goed gespoeld.

Controleer dus of de openingen in de sproeiarmen verstopt zijn. Verwijder en reinig deze regelmatig of wanneer ze verstopt zijn.

Als u de bovenste sproeiarm wilt schoonmaken, draait u de moer in tegenwijzerzin en verwijdert u zowel de moer als de sproeiarm. Verwijder de onderste sproeiarm door deze omhoog te trekken. Was de sproeiarmen onder de kraan. Gebruik een borstel om de gaatjes te ontstoppen.

Draai de moer goed vast als u de bovenste arm terugplaatst. Zet de onderste sproeiarm weer op zijn plaats en duw deze omlaag totdat u een klik hoort.

Controleer of het toestel correct gevuld is

Het kan zijn dat u de vaat niet correct hebt geladen of dat u te veel vaat in de vaatwasmachine plaatst. Zorg ervoor dat alle vaat goed gekanteld is en dat de voorwerpen elkaar of bewegende onderdelen van de vaatwasmachine niet raken. 

Als u de vaatwasmachine niet goed inlaadt, kunnen lichte plastic bekers of glazen worden verplaatst en omgedraaid, zodat er water in terechtkomt. Bepaalde vaat kan het openen van de dispenserdop of het draaien van de sproeiarmen belemmeren.

Draai de sproeiarmen na het laden om te controleren of ze vrij kunnen bewegen. Raadpleeg onze handleiding voor meer informatie over het vullen van een vaatwasmachine. 

Controleer of het geselecteerde programma geschikt is

Het wasprogramma dat u hebt geselecteerd, is mogelijk niet geschikt voor het type vaat dat u wilt schoonmaken. Kies voor sterk vervuilde vaat een programma met een hogere temperatuur en een langere cyclus.

Controleer of het filter vuil of verstopt is

Uw vaatwasmachine heeft een afvoerfilter dat moet worden schoongemaakt. Haal het afvoerfilter uit de vaatwasmachine en controleer het op voedselresten.

Trek het onderste rek uit de vaatwasmachine om bij het afvoerfilter te kunnen. Verwijder het filter uit de onderkant van het toestel en maak het onder de kraan schoon. Doe dit regelmatig zodat het water goed wordt weggepompt en er geen onaangename geuren ontstaan.

Gebruik het EverClean™-filter 

Veel Beko-vaatwasmachines zijn voorzien van de EverClean™-filterfunctie. Deze functie maakt gebruik van een speciaal sprinklersysteem dat het afvoerfilter van binnenuit reinigt. Dankzij het EverClean™-filter hoef u het filter van u Beko-vaatwasmachine vier keer minder vaak schoon te maken.

Schraap voedselresten van uw vaat

Aangekoekte en opgedroogde voedselresten worden mogelijk niet goed schoongemaakt door de vaatwasmachine. Dit soort voedselresten kunnen ook het filter en de afvoerslang verstoppen. Verwijder voedselresten met de hand voordat u de vaat inruimt.

Controleer of de vaatwasmiddeldispenser vochtig is

Als de vaatwasmiddeldispenser nat is wanneer u het vaatwasmiddel toevoegt, komt het reinigingsmiddel niet volledig in de binnenruimte terecht. Hierdoor wordt de vaat mogelijk niet goed schoongemaakt. Droog het vaatwasmiddelbakje voordat u het vult.

Controleer of het vaatwasmiddel vochtig is

Vochtig vaatwasmiddel blijft in de dispenser kleven en komt niet volledig in de binnenruimte terecht. Hierdoor wordt de vaat mogelijk niet goed schoongemaakt. Bewaar het vaatwasmiddel bij een redelijke temperatuur in een afgesloten container, zodat er geen vocht bij kan komen.

Gebruik geen ongeschikt vaatwasmiddel of andere producten

Gebruik alleen vaatwasmiddel, glansspoelmiddel en zout die speciaal zijn bedoeld voor vaatwasmachines. Gebruik nooit afwasmiddel, handzeep, bleekmiddel, azijn of andere chemicaliën, aangezien deze producten de prestaties van uw vaatwasmachine verminderen, ervoor zorgen dat metalen onderdelen roesten en zelfs de levensduur van uw toestel kunnen verkorten.

Gebruik niet te weinig of te veel vaatwasmiddel

Als u een vaatwasmiddel in poedervorm gebruikt, bepaalt u de hoeveelheid volgens de programmavereisten en hoe sterk uw vaat is vervuild. Houd altijd rekening met de hoeveelheidsmarkeringen en overschrijd deze niet.

Controleer of het deksel van de vaatwasmiddeldispenser goed gesloten is

Als het dopje van de dispenser open is voordat het toestel een cyclus start, komt het wasmiddel te vroeg vrij en wordt uw vaat niet goed schoongemaakt. Controleer of het deksel van de vaatwasmiddeldispenser goed gesloten is als u het vaatwasmiddel hebt geplaatst.

Technische problemen

Als het probleem zich blijft voordoen, is er mogelijk een probleem met het verwarmingselement of de thermostaat van uw vaatwasmachine. Als u denkt dat dit het geval is, neem dan contact op met een erkend servicebedrijf.